Natuurlijk, een zwevende hardlooppas is leuk voor de foto. Maar een goede looptechniek is vooral fijn dat je er sneller van wordt én het voorkomt blessureleed. Lees hier welke stappen ik (letterlijk) zette om mijn looptechniek te verbeteren en welke voordelen het oplevert!
De hardloopanalyse
Daar begon het voor mij allemaal mee in de zomer van 2019. Na jarenlang tobben met een piriformis-blessure was ik het zat en besloot ik om naar een echte hardloopfysio te gaan die nauwkeurig mijn looptechniek analyseerde. Daar kwamen geen dramatische dingen uit, maar hierop zat ruimte voor verbetering
- Teveel haklanding: idealiter moest ik meer op mijn midden- en voorvoet landen.
- Te lage cadans: ik maakte te weinig en te grote passen.
Dit verklaarde meteen mijn klachtenpatroon: door mijn te grote passen die ik ook niet goed opving door teveel op mijn hak te landen, pijnigde ik mezelf onnodig. 😉
Knetterende kuitspieren
Werk aan de winkel dus! Ik moest de nieuwe manier van lopen op de voorvoet en met een hogere cadans steeds meer in mijn trainingen gaan verwerken, op een héél laag tempo. Dat viel nog niet mee, maar ik breidde de stukjes dat ik op de ‘nieuwe manier’ ging lopen steeds verder uit.
En dat kon ik goed voelen! Ik had zulke knetterende kuitspieren dat ik met moeite de trap op en af liep, maar daar had de fysio al voor gewaarschuwd. Toen werd ik zwanger en dat was voor dit ’traject’ eigenlijk een perfecte timing, want dat betekende dat ik mijn tempo en afstanden wel moest beperken en nog extra goed kon werken aan mijn techniek.
Lees ook: 7 gouden tips voor een betere hardlooptechniek
Het eerste resultaat: een PR op de 10k
Na de zwangerschap bouwde ik het hardlopen weer rustig op en merkte dat het landen op de voor-/middenvoet me al helemaal natuurlijk afging. Ik had – ook door de coronatijd waarin er vrij weinig kon – veel zin in een doel en toen er eindelijk weer wedstrijdjes doorgingen, schreef ik me in voor de Vathorst Run om mijn nieuw verworven ‘loopskills’ te verzilveren. En zo liep ik relatief gemakkelijk voor het eerst de 10K onder de 50 minuten, voor mij een flink PR!
De discipline op mijn techniek heb ik er in gehouden en vooral tijdens intervaltrainingen en rustige duurlopen ben ik hier extra alert op. Bij de intervals levert het me veel meer snelheid op, bij de duurlopen voorkomt het dat ik ga lopen sloffen.
Mobiliteit en kracht
Naast de loopoefeningen besteed ik veel aandacht aan mijn mobiliteit en kracht. Ik doe hiervoor spierversterkende oefeningen voor mijn core en beenspieren en werk veel aan mijn souplesse. Ook de chiropractor zie ik regelmatig om mijn bekken weer recht te zetten, dat is een aandachtspuntje geworden na de zwangerschap. Zodra ik ben ‘gekraakt’, loop ik weer tien keer zo soepel weg!
Time to fly!
Na het eerste PR op de 10K volgden nog vele andere PR’s en liep ik ook mijn eerste twee marathons, allemaal zonder noemenswaardig blessureleed.
Ik mag dus wel stellen dat de investering in mijn looptechniek mij veel sneller, leniger en belastbaarder heeft gemaakt – en als allerbelangrijkste: ik ben hierdoor met nóg veel meer plezier gaan lopen dan ik al deed!
Kortom, het is erg lonend om te werken aan je looptechniek!
Plaats als eerste een reactie